Onze Vader achter het stuur

ZoutDerAarde

Zout der aarde

Zes weken zomervakantie! Dat klinkt lekker lang. Toch is het juist deze korte tijd die we nog maar hebben voordat we weer terug naar Nederland gaan. Zes weken om af te maken waar we aan begonnen zijn. Ondertussen gebruik ik deze blog voor zelfreflectie en even stoom afblazen.

Want ik snap dit land niet. Meestal lig ik ’s nachts wel een uurtje wakker om na te denken over één van mijn projecten. Maar als de slaap me dan vat, dan word ik achtereenvolgens wakker van voorbijrazende auto’s, claxons, auto-alarmen, autoradio’s, een balkende ezel, blaffende honden, de minaret, vogels, nog een keer de minaret en mijn wekker… En dat is nog niet alles wat me bezighoudt.

Om (streaming) e-learning mogelijk te maken is een goede internetverbinding nodig. Het gaat om het bereiken van een miljoen (!) doven in het Midden-Oosten. Ik had sneller internet laten regelen zonder maximum. ‘Unlimited’ heette het abonnement. En in dit land zonder grenzen was dat precies wat ik zocht. Blijkt het toch weer ‘Jordaans’ unlimited te zijn. Er zit gewoon een limiet op, waarna de snelheid naar beneden gaat. En daar blijft het niet bij: de effectieve snelheid is 1/5 van wat aangegeven was!

De tegenstellingen omgeven me. Vanmorgen waren we op het politiebureau om Tanja’s verblijf te verlengen. Op de weg er naartoe zie ik auto’s met de mooiste lichtmetalen velgen, maar de auto zelf zit vol met deuken. Een vrouw in een burka zit achter het stuur van een enorme SUV. In het politiebureau liepen op de grond van de wachtruimte 3 verschillende soorten mieren; van 2mm, 5mm en 1,5 cm. Die laatste liep mank, maar dat past wel bij ons werk.

Zeer regelmatig klinkt de roep van de moskee. En oproep tot gebed kan niet fout zijn. Maar waarom moet dat midden in de nacht? Ik vraag me dan echt af of de imam dan ’s morgens om half vier tegen zijn vrouw zegt: ‘Schat, ik ga weer fijn zingen.’ En hoeveel mensen staan er ’s nachts daadwerkelijk op om te bidden? Maar goed, misschien ben ik ten diepste wel jaloers dat het deze mensen lukt om zoveel tijd aan God te besteden…

Het gaat slecht met mijn Arabisch. Dat merkte ik toen ik hommus bestelde (een soort saus). Ik wilde een grote bak. En elke dag hoor ik vanaf de minaret ‘Allah-hu akbar’ roepen; God is groot. Dus ik bestelde in mijn wijsheid ‘hommus akbar’. De man reageerde met ‘Kebir’, het juiste woord voor groot. De mensen hier prijzen God elke dag en ik verwacht mijn heil van gestampte kikkererwten…

Laatst zat ik in de bus van Sweileh naar Salt. Op het raam zat een mooie sticker met ‘verboden te roken’. De controleur zat er heel relaxed onder… met zijn sigaret. De buschauffeur had een geel t-shirt aan met de ‘Lord’s Prayer’ erop. Het ‘Onze Vader’ woordelijk achter het stuur! En tegelijkertijd past het ook weer. Wat gebeurt er als dit gebed achter het ‘stuur van je leven’ zit? Teveel om over na te denken. Nog zes weken om dit land te snappen en de projecten af te ronden.

René

Een gedachte over “Onze Vader achter het stuur”

  1. Net terug van een onvergetelijke reis naar Salt kunnen we het verhaal een beetje begrijpen. Maar als je weer wat langer namijmert denk je, ik snap er niks van. Wel regels, geen regels. Wat kan wel , wat niet. Echt voor elk wat wils. Soms lastig, maar ook wel weer makkelijk. Kleurrijk, levendig, chaos, onduidelijkheid. Hoe kan het leven zijn. Inderdaad een goede chauffeur is belangrijk. En die hadden we. Zowel binnen als buiten het Instituut. Maar in beide situaties was er ook de Grote Bestuurder, “Onze Vader”. Hoe veilig kan het zijn.

Reacties zijn gesloten.